Ademruimte en systemisch werk met Bibi Schreuder
Sander Trooster interviewde Bibi Schreuder voor het Tijdschrift voor Coaching. Onderstaand artikel verscheen in het nummer 2024-2, dat als thema ‘Ademruimte’ had.
Bij de Zeven Linden, naast de kerk in het gehucht Middelbert bij Groningen, ontmoet ik Bibi Schreuder, een van de grondleggers van het Bert Hellinger Instituut Nederland en schrijver van het boek Ik ben kind dus ik voel waar mijn ouders zijn (2020) en medeauteur van Systemisch coachen (2015). Op deze opleidingsplek, waar vele groepen opgeleid worden in systemisch werk, is het meestal behoorlijk druk, maar op deze dag is er helemaal niemand. We praten over het thema ‘ademruimte’ – en de tegenhanger ‘verstikking’ – en hoe Bibi dat tegenkomt in haar systemisch werk. We komen op zeker drie belangrijke momenten, waarop zowel ademruimte als verstikking beide zichtbaar worden.
Voor Bibi is voldoende ademruimte belangrijk om zelf als coach of begeleider helemaal aanwezig te kunnen zijn. Daarnaast is de ademhaling van de cliënt vanaf het begin in het proces een belangrijke referentie; het vasthouden van de adem is altijd informatie en kan erop duiden dat de cliënt in de buurt komt van een trauma. Dat kan een eigen trauma zijn, een trauma van de ouders of grootouders, of zelfs van een grotere gemeenschap. Vaak ontstaat er opnieuw een ‘verstikking’ op het moment dat iemand een stap in diens leven wil zetten, maar daarbij onbewust voelt ontrouw te moeten worden aan bijvoorbeeld een van de ouders. En dat is eng.
Verstikking
Waardoor kan, systemisch gezien, zo’n gevoel van verstikking ontstaan?
Bibi Schreuder: “Een belangrijk overlevingsmechanisme van mensen bij het omgaan met situaties die te pijnlijk zijn, is net doen alsof het nooit gebeurd is. We scheuren dan als het ware die bladzijde uit het geschiedenisboek om maar niet weer geconfronteerd te hoeven worden met pijn of schaamte of schande. Er zit dan een deksel op. Zo lukt het de generatie die het is overkomen heel goed om te overleven. Als mensen bijvoorbeeld een kind verliezen, dan kunnen ze ervoor kiezen om daar gewoon niet meer over te praten, alsof het kind nooit heeft bestaan. De andere kinderen voelen dan dat er iets is maar beginnen er niet over, anders maken ze hun ouders ongelukkig. Met een doodsangst, dat als je dat toch doet, je er niet meer bij hoort.”
“De kleinkinderen voelen dat vervolgens ook en ook zij moeten loyaal zijn om erbij te horen. Zonder dat ze per se weten wat er verzwegen wordt. Als ik wel eens vraag in een groep wie denkt dat er een familiegeheim is, gaan er altijd vingers omhoog. We voelen dan dat er iets is wat ooit geheim gehouden moest worden, maar weten niet wat. En ja, dat kan op een gegeven moment erg benauwd worden.”
Het enige wat we doen in systemisch coachen is het onbewuste bewust maken.
Hoe wordt dat dan zichtbaar?
“Op zo’n moment grijpt het systeemgeweten in [zie kader onderin]. Dat systeemgeweten zorgt voor de overleving van een systeem als geheel. En om te kunnen overleven, willen systemen compleet zijn, met alle bladzijden terug in het boek. Dat kan op zo’n moment ook. Verzwijgen hoeft niet meer, want de kleinkinderen bewijzen dat er overleefd is.”
“Wat dan zichtbaar kan worden, is ‘vreemd gedrag’ van iemand die onbewust door het systeemgeweten gegrepen wordt om die uitgescheurde bladzijde weer in beeld te brengen. Gedrag dat we niet snappen, omdat het niet reageert op het hier-en-nu. En wat diegene zelf ook niet begrijpt. Dat ‘vreemde’, of ‘lastige’ gedrag is onbewust verbonden met lastige situaties van de voorouders. En als mensen dat wat er niet mocht zijn gaan onderzoeken, kan dat de keel dichtknijpen.”
Als het systeemgeweten ingrijpt, zoals je het noemt, hoe wordt dan bepaald wie erdoor gegrepen wordt?
“Dat is nog steeds iets wat we niet snappen. Ik zie het systeem als een kudde waarin iedereen precies weet wat zijn eigen plek is om te overleven; de onervaren dieren binnenin en de ervaren dieren buitenom. Die buitenkant moet een gesloten cordon zijn. Als er dan een wolf aankomt en er zit toevallig een gat in het cordon, is dat gevaarlijk voor het geheel. Dan zuigt dat gat een onervaren dier van binnenin naar de buitenkant en komt het op een onbeschermde plek terecht, waar het op dat moment een volwassen functie krijgt. En dat gebeurt dus ook met kinderen. Als er ergens een vacuüm in het systeem zit, wordt daar onbewust iemand ingezogen. Maar wie dat wordt, is een van de weinige dingen die we nog niet kunnen verklaren.”
Systemisch fenomenologisch kijken geeft inzicht en oplossingsruimte, schrijf je in je boek. Wat kun je op zo’n benauwd moment doen om meer lucht te krijgen?
“Het enige wat we doen in systemisch coachen is het onbewuste bewust maken. Zodat je niet meer gestuurd wordt door het onbewuste, maar bewust keuzes kan maken. Op het moment dat ik er als volwassen vrouw last van heb dat ik kennelijk in een patroon zit, kan ik kiezen om er iets aan te veranderen. Maar dat kan pas als ik me er bewust van ben. En als ik mij er eenmaal bewust van ben, is het lastig om weer te doen alsof het niet bestaat. Dan verandert er dus al iets. Of niet, natuurlijk – het is niet de taak van de systemisch coach om iemand tot verandering te krijgen. Je kunt er immers ook voor kiezen om vrede te hebben met ‘een boek met uitgescheurde bladzijden’.”
“Ik werk veel met zinnen, testende zinnen. Op het moment dat het bijvoorbeeld gaat om een plek in het systeem die nooit is ingenomen, of er is een schuld, dan laat ik een zin uitspreken die in dat systeem eigenlijk nooit uitgesproken had mogen worden. Vaak kom je juist dan opnieuw zo’n verstikking tegen. Omdat de cliënt voor zijn gevoel ontrouw moet worden en het risico loopt buitengesloten te worden. En dan lukt het mensen gewoon niet om dat uit hun mond te krijgen. Toch wil ik zo’n zin dan testen, want pas als die hardop wordt uitgesproken, weten we of die resoneert of dat we hem in de prullenbak moeten gooien.”
“Zo was er een cliënt die onzichtbaar leek en een Duitse opa bleek te hebben. Na de oorlog moest je hier als Duitser heel voorzichtig zijn en het beste was maar niet zichtbaar te zijn. Dat werkte nu blijkbaar ook nog door bij de kleinkinderen. Ik vroeg haar om de zin ‘Lieve opa, dank je dat je het overleefd hebt’ uit te spreken. In het Duits. Nou, er kwam bijna geen geluid uit. En als iemand dat dan toch probeert, gaat dat soms piepend, met heel wat snikken en tranen. Dan is het hele gebied rondom de borst en keel heel hard aan het werk om alles wat je kan bedenken om te overleven te scheiden van het werkelijke gevoel. Maar als zo’n zin echt aankomt, op het moment dat die uitgesproken wordt, dan is het net of er een ventiel opengaat en er weer lucht uit kan. Dan probeer ik mensen ook weer bewust te laten worden van de ademhaling. Zowel de verstikking als de ademruimte zijn immers heel goed zichtbaar en merkbaar in het lichaam.”
We hebben vervelende situaties nodig, om te leren en ontwikkelen.
Ademruimte
“Op het moment dat mensen zich na het uitspreken van zo’n zin realiseren dat ze iets nog nooit zo hebben bekeken, komt er een heel nieuw proces op gang. Dan ontstaat er een oplossingsruimte waar beweging uit kan voortkomen. Het is net als een knikker die je een duwtje geeft. Als je het te zachtjes doet, dan gaat hij niet over dat hobbeltje heen en als je het te hard doet vliegt hij uit de bocht. Maar als die beweging eenmaal op gang komt, kun je die misschien nog even samen volgen, maar kun je het ook verder bij de cliënt laten.”
Iemand zei ooit tegen mij dat ‘we als ouders de plicht hebben om onze kinderen te beschadigen’. Jij schrijft in je boek dat innerlijke conflicten nodig zijn om te groeien naar volwassenheid. Moeten we die dan inderdaad creëren?
“Nee, daar zorgt het leven wel voor. Dat zeg ik ook altijd tegen ouders die bang zijn om een slechte moeder of vader te zijn: welkom bij de club van slechte ouders. Want stel je voor dat een kind een perfecte moeder en een perfecte vader heeft. Dan leert het niks. We hebben vervelende situaties nodig, om steeds weer te resetten en te leren en ontwikkelen.”
“Er zijn eigenlijk twee gebaren te maken: het moedergebaar [Bibi maakt een omsluitend gebaar met haar armen] van binnenhouden en beschermen, en het vadergebaar [een wegduwend gebaar] van het kind in de wereld zetten. Beide ouders kunnen overigens beide functies vervullen. Als er genoeg geborgenheid gevoeld is, kan je in de wereld gezet worden. Als dat niet zo is, kan een wegduwend gebaar heel pijnlijk of traumatisch zijn. Maar als het alleen maar beschermend is, dan kom je ook niet veel verder; dan kun je niet groeien, en dat kan ook benauwd worden. Er moet dus ook een intentie zijn dat een kind werkelijk af en toe zelf moeilijke dingen tegen moet komen.”
“In coaching kun je er overigens wel op letten of de cliënt diens eigen volwassen plek inneemt als volwassen dochter of zoon van diens ouders. Dat maakt dat je voor je eigen kinderen misschien wat minder gaten maakt of laat, waar ze ingezogen kunnen worden. Maar dat is vaak zo moeilijk, omdat je als kind van je ouders vaak nog steeds in die loyaliteit zit. Je kunt alleen nooit volwassen worden als je in de loyaliteit naar je ouders blijft. Dus volwassen worden, is ontrouw worden. Meestal denken we dan: we gooien die ouders in de prullenbak. Maar het is juist andersom: werkelijk je ouders nemen precies zoals ze zijn, en jezelf nemen precies zoals je bent, en dan je eigen draai aan je leven geven. Daarin heb je ook te nemen: werkelijk voelen wat het je gekost heeft, maar ook wat het je heeft opgeleverd. Neem bijvoorbeeld de kwaliteiten die je door de dynamiek in het familiesysteem gekregen hebt.”
Wat kan de coach doen met zijn eigen ademruimte?
“Voor mij is mijn eigen ademruimte informatie of ik vrij genoeg ben om iemand met een bepaald onderwerp te begeleiden. Het is heel belangrijk om van tevoren bij jezelf te checken of je helemaal aanwezig kunt zijn; vrij kunt zijn om zonder oordeel fenomenologisch te kijken. Aanwezigheid is echt de allerbelangrijkste factor die je te bieden hebt als coach. En aanwezig blijven, tot de cliënt weer de deur uit gaat. Als ik ergens een oordeel over heb, of iets eng vindt, dan ben ik er niet meer.”
“De meditatie ‘het vol-ledige midden’ laat mij voelen dat ik met beide benen op de grond sta, maar ook dat er iets groters is. Waarin ik weet dat ik een achtergrond heb, met ouders, grootouders, patronen en uitgescheurde bladzijden, en mij daarmee verbind, wetend dat er ook een toekomst is. En dat laat ik door me stromen. En met die verbinding weet ik dat ik er ben.”
Aanwezigheid is echt de allerbelangrijkste factor die je te bieden hebt als coach.
Drie gewetens
Bert Hellinger onderscheidde drie verschillende systeemkrachten of gewetens, die ons gedrag half bewust en onbewust beïnvloeden: het persoonlijk geweten, het collectief geweten (door het Bert Hellinger Instituut later hernoemd in ‘systeemgeweten’) en ‘Geist’ (hernoemd in ‘evolutionaire kracht’).
Persoonlijk geweten
Het persoonlijk geweten is een weten dat je voor je eigen veiligheid loyaal moet zijn. Het is het oerinstinct dat ervoor zorgt dat je als individu in een groep kunt overleven. Door patronen over te nemen en trouw te blijven aan normen en waarden van de groep, blijf je erbij horen en ben je veilig. Het is een overlevingsmechanisme voor het individu en zorgt ervoor dat de groep hecht blijft.
Systeemgeweten
Het systeemgeweten zorgt voor het voortleven van het systeem als compleet geheel. Dat kan alleen wanneer alles wat erbij hoort ook mee kan. Bij gaten in het systeem, bijvoorbeeld doordat iets of iemand buitengesloten of buiten beeld is geraakt, kan het niet verder en zal het proberen datof diegene weer in beeld te brengen. Dit overlevingsmechanisme werkt onbewust en werkt tegen het persoonlijk geweten in, omdat dat persoonlijk geweten er juist voor heeft gezorgd dat datof diegene werd buitengesloten.
Evolutionaire kracht
Ten slotte, nadat een ‘uitgescheurde bladzijde’ weer een plek heeft gekregen, word je uitgedaagd door de evolutionaire kracht van het leven. Het grotere geheel wil verder en het leven daagt ons uit om mee te bewegen met alles wat er op ons afkomt, en ons zo steeds te ontwikkelen.
Wil je meer weten?
Neem contact op met het Bert Hellinger Instituut voor meer informatie over de workshops, opleidingen en coachings van Bibi Schreuder.
ContactWil je meer leren over systemisch werk en opstellingen?
Aanbod
Groei op professioneel, persoonlijk of maatschappelijk vlak met een cursus, training of coaching van het BHI.
Over het BHI
Het BHI is hét opleidings-, kennis- en onderzoekscentrum voor systemisch werk. Maak kennis met het team, onze locaties en historie.
FAQ's
Ben je nieuw hier of is iets niet duidelijk? Bekijk de veelgestelde vragen over systemisch werk in het algemeen of het BHI.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Wij sturen maandelijks de nieuwste blogs, vlogs en ons cursusaanbod via onze nieuwsbrief. Blijf op de hoogte en schrijf je in.
InschrijvenOver het Bert Hellinger Instituut
Mensen zijn altijd in ontwikkeling. Met elkaar, zonder elkaar. In families, in teams, in organisaties. Het systemisch bewustzijn geeft inzicht in het waarom van ons zijn en doen. Met familieopstellingen en organisatieopstellingen ontstaat ruimte voor beweging. Het BHI geeft opleidingen, workshops en trainingen op het gebied van systemisch werk, opstellingen, leiderschap en coachen. Ook werken we rechtstreeks met organisaties die willen leren over hun onderstroom. Zo dragen wij bij aan de ontwikkeling van mens, organisatie en maatschappij.