Het fundament van systemisch fenomenologisch werk

Vadersdochters: een illusie?

Wat zijn vadersdochters? In welke situaties ontwikkelen ze zich en welk stuk van hun systemische rol nemen ze mee in hun toekomst en werk? Bestaan ze eigenlijk wel of zijn ze een illusie? Over deze en andere vragen bogen Bibi Schreuder en Barbara Hoogenboom zich samen met de deelnemers aan de Vadersdochters-workshops van het Systeemlab. Lees in dit artikel welke oude inzichten zij hebben afgewogen en welke nieuwe inzichten zij hebben opgedaan!

Het waarom van de Vadersdochters-workshops

In december 2023 plaatsten we een post op LinkedIn over vadersdochters. De tekst in die post was gebaseerd op de beschrijving van vadersdochters in de boeken Systemisch Coachen (2016, Jan Jacob Stam & Bibi Schreuder) en Tegen de stroom mee (Jan Jacob Stam & Barbara Hoogenboom). Op die post kwam in korte tijd een enorme respons, veel meer dan gemiddeld. We werden erdoor verrast!

Ook werd er meteen gevraagd om een workshop over dit specifieke thema. Daar hadden we wel oren naar: meer ontdekken over het begrip ‘vadersdochters’. We wilden er wel eens echt achter komen wat dat begrip eigenlijk inhoudt, met de ogen en ervaring van nu. We waren heel nieuwsgierig en bereid het inzicht op te doen dat ‘het’ anders zou zitten dan in de boeken beschreven was.

Op de aankondiging van de workshop werd ook buitensporig snel en veel gereageerd. In plaats van één onderzoeksworkshop in het Systeemlab met 12 deelnemers werden het er twee, met ieder 25 deelnemers. En alsnog was er een wachtlijst. Kennelijk was er veel resonantie op dit onderwerp! De workshops vonden plaats in mei 2024 op Texel.

 

De vooraf bekende theorie

De theorie zoals in voornoemde boeken beschreven is ook wat we over dit onderwerp vertellen in onze opleidingen en workshops. De dynamiek van vadersdochter wordt beschreven als vorm binnen het patroon van getrianguleerd zijn. Een kind kan getrianguleerd raken als het op de laag van de ouders terechtkomt. Daar wordt het ingezogen voor een onbewuste taak, ten dienste van het geheel dat gezin heet. Bijvoorbeeld om de ouders uit elkaar te houden of juist om ze bij elkaar te houden. Soms meer als partner of maatje van de ene ouder, soms meer van de andere ouder. Ieder kind kan (onbewust) het maatje worden van hun moeder of vader, of ze kunnen dit niet worden.

De vadersdochter is het kind, de dochter die het ‘maatje’ van de vader werd, die daar iets invulde wat moeder (de vrouw) niet voor vader (haar man) kon invullen. De precieze tekst uit het boek herhalen we hier:

“Vadersdochters worden door het systeem wat meer op de plaats van moeder ingezogen. Zij vervullen wat vanuit moeders kant niet vol kan stromen. Vadersdochters zijn de oogappel van vader. Er is vaak een spanning met moeder. Ze zijn sensitief en voelen aan wat vader nodig heeft. Of in organisaties: wat de leiding nodig heeft.

In hun werk weten vadersdochters hoe ze met autoriteit om moeten gaan. Ze zijn er in elk geval niet bang voor. Omdat ze zich makkelijk bewegen op ‘de naasthogere laag’, maken vadersdochters makkelijk carrière. Soms hoeven ze daar weinig voor te doen, ze worden uitgenodigd. Patronen trekken patronen aan. Vadersdochters worden door hun collega’s makkelijk gewantrouwd, wanneer ze weer eens uitgenodigd worden om met de baas of met de directie te sparren. Meestal krijgt de vadersdochter daar de schuld van en niet de directie (de vader).

Glazen plafond

Er is een belangrijke ‘maar’ voor vadersdochters. Het patroon is een heimelijk patroon. Moeder, die ook wel aanvoelt dat het haar man aan iets ontbreekt, stemt onbewust toe dat haar dochter haar vervangt. Maar nooit openlijk. Het patroon is een soort verborgen contract tussen moeder, vader en dochter. Als het te veel openbaar wordt, trekt de dochter zich terug. Daardoor zie je soms dat vadersdochters die snel carrière maken en dan worden voorgesteld als CEO opeens een innerlijk terugtrekkende beweging voelen: de systemische bijdrage aan het glazen plafond.

Hoe kan een vadersdochter voorbij dit patroon groeien? Door vrede te sluiten met moeder en alles wat van moeders kant komt. In systemische termen: door moeder én haar achtergrond vol te nemen.”

 

Voorbereiding en de vragen die we meenamen

Ter voorbereiding lazen we het boek Vaders dochter van Maureen Murdock. Dat boek opende het besef dat er veel soorten vadersdochters zijn en ook veel soorten vaders die allerlei verschillende vadersdochtersrelaties ‘maken’. Een vadersdochter is niet altijd alleen maar de oogappel van vader. Er zijn vaders die hun dochters tot grote hoogte stuwen (‘jij kunt wel de minister-president worden’) en vaders die hun dochters klein en dichtbij houden (‘een bloemenwinkel starten hier in het dorp is echt iets voor jou’). Er zijn ook vadersdochters die hun vader niet kennen of wiens vader buitengewoon onaardig tegen hen deed. Dochters die zoeken naar hun vader, die hun vader afwijzen of juist in symbiose met hem verbonden zijn. Vadersdochters die niet alleen brave meisjes zijn, dus ook de stoute variant bestaat.

Deze dochters zijn niet alleen loyaal aan vader, maar hebben (onbewust) primair leren denken als man. En vadersdochters die leren denken als man, lijken geëmancipeerd als vrouw. En daarmee dienen ze het mannelijke, het patriarchaat, en lijken ze minder toegang tot het vrouwelijke te hebben.

Deze quote van Maureen Murdock namen we mee het onderzoek in:

“De identificatie van vrouwen met patriarchale controle moet sterven, willen ze zich van hun vrouwelijke aard bewust kunnen worden.”

De vragen die we meenamen in de onderzoeksworkshop werden:

  • Wat zijn de verschillende aspecten van vadersdochters?
  • Wat zijn verschillende aanleidingen om dit ’te worden’?
  • Wat maakt dat er zóveel aantrekking op dit thema is?
  • Welke onbewuste blokkade wil opgeheven worden?
  • Wat voor vragen hebben vadersdochters, wat komen ze tegen?
  • Wordt manlijkheid/vrouwelijkheid door vader/moeder doorgegeven?
  • Aan wie/wat zijn vadersdochters trouw? Ten bate van wie of wat (behalve van de vader)?
  • Hoort een glazen plafond wel écht bij vadersdochters?
  • Wat is de maatschappelijke opdracht van vadersdochters?
  • Geven vadersdochters op ‘manlijke’ positie via patriarchaat stem aan/namens (vele generaties) vrouwen?

 

De aanpak in de onderzoeksworkshops

De deelnemers waren 80% vrouw en 20% man. Alle deelnemers hadden grote resonantie met dit thema, ofwel omdat zij dit bij zichzelf herkennen ofwel bij een dierbare.

Beide workshops hadden globaal hetzelfde programma:

– Introductie
– Miniopstelling waarin ieder zijn vader, moeder en zichzelf als kind opstelde
– Een structuuropstelling n.a.v. een vraagstuk/thema van een deelnemer waarin werden opgesteld: cliënt, vader, moeder, symptoom, de mannen/het manlijke in jouw generatie, de vrouwen/het vrouwelijke in jouw generatie
– Een miniopstelling rond de draai naar het leven via de vader, langs de moeder (alleen in workshop 1)
– Een miniopstelling rond vadersdochters & patriarchaat (alleen in workshop 2)
– Een maatschappelijke opstelling met als centrale vraag: ‘Wat is de opgave (als die er is) van vadersdochters in het grotere geheel?’.
– Zowel bij workshop 1 als bij workshop 2 werden naast de genoemde elementen nog andere ‘spontane’ elementen die zich aandienden opgesteld: 2 representanten voor ‘vadersdochter’, de Nederlandse maatschappij, de opgave van vadersdochters, patriarchaal denken/doen/zijn, matriarchaal denken/doen/zijn, de generatie jonger dan 21 jaar.

We hadden alle deelnemers gevraagd om op een lijst met mogelijke kenmerken en aanleidingen voor ‘vadersdochter-symptomen’ aan te vinken welke zij op zichzelf (of op een dierbare uit hun omgeving) van toepassing achtten.

Na ieder ingrediënt was er ruim de tijd om te oogsten. We maakten daarvan aantekeningen. Na de workshops konden de deelnemers deelnemen aan een Whatsapp-groep om daarin de ‘na-inzichten’ te oogsten. Dat is ook veelvuldig gedaan, er werd veel gedeeld!

 

De voornaamste inzichten

Zoals in veel systemische onderzoeksworkshops leverde dit vooral meer vragen op dan inzichten… Gelukkig waren er ook veel inzichten, die deels samenkomen in grotere gedeelde inzichten. Die beschrijven we hier.

• Dé vadersdochter bestaat niet

We konden geen rode draad ontdekken in de aanleiding om vadersdochter te worden. Er zijn vadersdochters met aanwezige of juist afwezige vaders, of aanwezige of juist afwezige moeders. Vadersdochters met vaders die hen proactief alle aandacht gaven of die juist zelf als dochter naarstig op zoek waren naar aandacht van hun vader. Niet iedere vadersdochter is het maatje of de oogappel van hun vader of zouden dat willen zijn.

Wat de meeste – zelf benoemde – vadersdochters wél kenmerkt, is dat ze:

– Primair het manlijke denken kennen
– Onbewust meer verbonden zijn met het manlijke in zichzelf; ook al kunnen ze zich ontzettend vrouwelijk presenteren!
– Makkelijk naast autoriteit kunnen staan
– Lastig kunnen toelaten dat ze beter zijn dan hun (mannelijke) leidinggevende of meester
– Impliciet de macht in handen hebben; ze besteden makkelijker hun opgave uit dan dat ze zelf in actie (en in het licht) komen
– Veel waarde aan hun autonomie hechten

De representanten van de symptomen waar vadersdochters mee kwamen, bleken een richtingaanwijzer naar het manlijke. En om symptomen te kunnen laten gaan, bleek het nodig je met het vrouwelijke te kunnen verbinden. En niet alleen met de moeder, maar daar ver voorbij. Met de oermoeder (die ook manlijke kracht heeft!) en met alles wat geweten wordt over vrouwelijkheid en matriarchaal denken.

• Het glazen plafond is een patriarchaal concept

Het glazen plafond gebruiken we in de Nederlandse samenleving als term voor vrouwen die op een gegeven moment niet verder hiërarchisch doorgroeien in een organisatie. Daar worden allerlei maatschappelijke duidingen aan gegeven als dat het te maken heeft met dat de vrouw uiteindelijk eerder de gezinstaken op zich neemt en daardoor niet beschikbaar is om een zwaardere functie in een organisatie te bekleden. In die zin is het een term vanuit het manlijke, vanuit het alom geaccepteerde en ‘gewone’ patriarchale denken. Het is misschien wel een term van de generatie(s) voor ons.

Vanuit het systemische gedachtengoed (zie eerder in dit artikel) zou je kunnen zeggen dat de (vaders)dochter lastig boven haar vader uit kan groeien. En: om de dynamiek van het glazen plafond alleen te labelen aan het zijn van vadersdochter is te beperkend. En bovendien: op de aanvinklijst herkende maar een kleine meerderheid van de deelnemers het glazen plafond (en dus iets minder dan de helft herkende het niet).

Zowel vrouwen als mannen hebben het beiden in zich: het vrouwelijke en het manlijke. In hedendaagse organisaties is het manlijke denken en handelen de norm, minimaal al sinds de industriële revolutie. Hoe hoger in de organisatie, hoe prominenter de manlijke norm. Hoe meer het manlijke uitgenodigd wordt en het vrouwelijke niet welkom is of niet past.

In de vrouwen die last hebben van het glazen plafond, lijkt het vrouwelijke deel het manlijke deel steeds meer buiten te sluiten en te veroordelen naarmate ze hoger op de carrièreladder komen. Want daar waar vadersdochters diep van binnen meer verbonden zijn met het manlijke, sluiten zij juist die eigen manlijke kracht uit naarmate ze in meer en meer manlijke gedomineerde omgevingen terechtkomen. Wellicht wordt dan onbewust gevoeld dat er in die omgeving juist ruimte zou moeten komen voor het vrouwelijke, maar daartoe heeft de vadersdochter nou eenmaal minder makkelijk toegang.

De beweging die helpend kan zijn, is het manlijke en mannen (weer) insluiten, zonder oordeel, naast het vrouwelijke en de vrouwen. En jezelf de volwassen dochter van twee ouders te laten zijn, die zowel het vrouwelijke als het manlijke in zich heeft. Die dat alles meeneemt haar werk in. Of ze zichzelf nou een vadersdochter noemt of niet…

 

Mijmering over de grotere beweging

Vadersdochter zijn is, zo denken we nu, een illusie. En dan dringt zich onmiddellijk de vraag op waarom vrouwen deze illusie nodig hebben en zich lijken vast te klampen aan het ‘vadersdochter-zijn’. Waarom is het voor zoveel vrouwen nodig om hun manlijkheid meer in te zetten? Zonder dat ze het door hebben, gaan ze volledig in het patriarchaal denken en doen, en daar zijn ze héél goed in! Waarom? Waarom kunnen ze heel goed naast een man functioneren, in zijn veilige schaduw staan en vanuit daar hun bijdrage leveren? Waarom staan ze niet zelf op het podium?

We mijmerden er na de onderzoeksworkshops over verder en denken dat dit te maken heeft met de geschiedenis en ontwikkeling van het Christendom en de heksenverbranding. Dit werd mede gevoed doordat er in beide maatschappelijke opstellingen spontaan een representant in kwam die riep ‘actie!’. Want: de vadersdochters kwamen niet in actie! Er was klaarblijkelijk een impuls en (veilige) support van buitenaf nodig om naar voren te stappen en zichtbaar te worden. Daarna kwam er beweging in de opstellingen en konden de representanten van de vadersdochters zich met het vrouwelijke verbinden.

De geschiedenis van heksenverbranding heeft het vrouwelijke, het verbonden zijn met andere wijsheden dan de primair manlijke (zoals natuurwijsheden), keihard buitengesloten en tot gevaarlijk gemaakt. Het was gevaarlijk om een vrouw te zijn met eigen-wijsheden en ‘beter weten dan’. Die vrouwelijke wijsheid zichtbaar en merkbaar inzetten leidde tot groot gevaar en de dood. Het was veiliger om in de schaduw van de man te zijn. Om te denken zoals mannen denken, om daar heel goed in te worden. Om je niet te verbinden met de vrouwelijke wijsheid en natuurreligie die bestempeld werden als hekserij. Door zich met het patriarchale denken te vereenzelvigen werd meer gevoel van veiligheid gecreëerd. Mogelijk verloren de vrouwen zo de toegang tot andere vrouwen en het vrouwelijke om zich heen.

En daarmee verloor het patriarchale ook de verbinding met het matriarchale. En wat we weten over systemen en polariteiten, is dat het ene niet kan zonder het andere. We zagen het ook terug in een opstelling: het patriarchale is zoekend naar verbinding met het matriarchale. Alleen het matriarchale heeft nogal een oordeel gekregen op het patriarchale. Ook dat oordeel is een antwoord op de geschiedenis. Daarmee vindt ook weer buitensluiting plaats.

Voor de individuele vrouw, die last heeft van symptomen van ‘vadersdochter zijn’, is het behulpzaam om zowel het manlijke als het vrouwelijke, zowel haar vader als haar moeder, een plek te geven. Voor de samenleving als geheel, en voor ieder van ons daarin, welke vorm geslachtsidentiteit je daarin ook maar voor jezelf hebt, is het behulpzaam om zowel het matriarchale als het patriarchale oordeelloos welkom te heten. Het is allebei nodig.

Waar een systemisch onderzoek naar vadersdochters al niet toe kan leiden…

Interesse in een Systeemlab-workshop bij het Bert Hellinger Instituut?

Met elkaar blijven wij leren en onderzoeken. Dat doen wij in het Systeemlab. Je bent van harte welkom op een van onze themabijeenkomsten.

Systeemlab

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wij sturen maandelijks de nieuwste blogs, vlogs en ons cursusaanbod via onze nieuwsbrief. Blijf op de hoogte en schrijf je in.

Inschrijven

Over het Bert Hellinger Instituut

Mensen zijn altijd in ontwikkeling. Met elkaar, zonder elkaar. In families, in teams, in organisaties. Het systemisch bewustzijn geeft inzicht in het waarom van ons zijn en doen. Met familieopstellingen en organisatieopstellingen ontstaat ruimte voor beweging. Het BHI geeft opleidingen, workshops en trainingen op het gebied van systemisch werk, opstellingen, leiderschap en coachen. Ook werken we rechtstreeks met organisaties die willen leren over hun onderstroom. Zo dragen wij bij aan de ontwikkeling van mens, organisatie en maatschappij.

SYSTEEMLAB
Voor aanstormende en gevestigde leiders. Een initiatief van het Bert Hellinger Instituut.