Embodied facilitation

Het verschil tussen waarnemen en doorvoelen

Waarnemen is een belangrijk onderdeel van het systemisch werk. Iedere waarneming geeft informatie; over de cliënt, de representant én de begeleider zelf. We zien hoe iemand zich afwendt, ineenkrimpt, dieper ademhaalt, rilt, huilt. Iedere waarneming brengt informatie die je leidt naar een volgende beweging.

Het doorvoelen, bewust zijn van en present zijn in het lichaam is echter een wezenlijk andere manier van lezen van het lichaam. Het gaat uit van de diepe oerwijsheid van het lichaam, dat alle informatie opslaat, zelfs nog vóór het nieuwe dingen kan binnenlaten of verwerken. Ook dat wat nog niet gevoeld kan worden zet zich vast in het lijf, waardoor zich blokkades kunnen vormen die gezonde beweging tegenhouden. En dat – misschien wel juíst
 dat! – is belangrijke informatie, die zich bevindt in een diepere laag in het lichaam. Dat is de diepere laag die embodied facilitation raakt.

Raakvlakken met osteopathie en cranio-sacraaltherapie

Het lichaam liegt nooit. Waar je verstand, opvoeding, beleefdheid of onwetendheid antwoorden kunnen geven die niet de (gehele) waarheid zijn, laat je lichaam altijd zien hoe het werkelijk met je gaat. Dat maakt het zo enorm belangrijk om de informatie van het lijf te kunnen lezen.

Die wetenschap ligt ook aan de basis van de osteopathie en cranio-sacraaltherapie. Deze geneeswijzen zijn
 een belangrijke inspiratie- en leerbron voor de begeleiders van het Bert Hellinger Instituut geweest in het begrijpen en toepassen van embodied facilitation. Stephan Hausner (systemisch opsteller, homeopaat en natuurgeneeskundige) en zijn zoon Simon Hausner (osteopaat, cranio-sacraaltherapeut en tevens systemisch opsteller) zijn ons voorgegaan in deze reis.

Leven is beweging – dat is een bekende spreuk uit de osteopathie. Een osteopaat kan zijn hand leggen op het lichaam, bijvoorbeeld de rug of het borstbeen, en direct voelen: hoe is het met jouw lijf? En dat zegt werkelijk: hoe is het met jou? Waar vloeit de gezonde beweging en waar blokkeert het? Die kunst sluit perfect aan op de vragen in het systemisch werk. Je gaat van fixatie naar beweging en van versmalling naar verruiming.

Zo ook de vaardigheden uit de cranio-sacraaltherapie. Deze therapie is gebaseerd op het cranio-sacraal ritme, een uiterst subtiel ritme dat je met wat oefeningen
kunt leren voelen, bij een ander en bij jezelf. Verstoringen in het ritme geven aan waar blokkades zitten in het lichaam van de cliënt.

Met embodied facilitation slaan we eigenlijk een brug tussen deze technieken en systemisch werk. Met meer kennis van lichaamswerk tunen we op een ander niveau in op het lichaam van de cliënt. En dat niveau vertelt ons minstens even veel als de opstelling zelf.

Verdieping van je begeleiderschap

Embodied facilitation vraagt een diepe verbondenheid
 en presentie met het lichaam van je cliënt én dat van jezelf. En een bewustwording van dat wat het lichaam
 je vertellen kan. Met die sensitiviteit verdiep je je waarneming en de mogelijkheden van je begeleiderschap.

Minimaal 50% van je awareness is bij jezelf, liever nog 51%. Wanneer je waar kunt nemen wat er in jou gebeurt, kun je present zijn en een respons geven.

Door echt te voelen hoe het lijf reageert zul je weten waar de cliënt werkelijk beweegt of juist blokkeert. Daarmee komt betrouwbare informatie vrij die je als begeleider kunt inzetten om een andere weg in te slaan, of misschien juist wel eerder te besluiten dat de sessie voltooid is.

Je voelt het wanneer de cliënt ruimte voor een nieuwe beweging heeft gevonden en deze heeft opgeslagen in zijn of haar lichaam. Present zijn en je hart openen is je grootste kracht als begeleider.