Barbara Hoogenboom
Is mede-eigenaar van en opleider bij het Bert Hellinger instituut Nederland.
ProfielAnton Suitbert (Bert) Hellinger
16 december 1925 – 19 september 2019
Op de geboortedag van Bert Hellinger, de grondlegger van systemisch fenomenologisch opstellingenwerk, neem ik je graag mee in een wezenlijk stuk van de reis naar Zuid-Afrika die wij vorige maand maakten. Een wezenlijk stuk in ieder geval voor mij persoonlijk, het heeft mij diep geraakt èn veranderd. En als ik uitzoom, is het ook zeer wezenlijk voor het Bert Hellinger Instituut Nederland en misschien ook wel voor het ruimere veld van systemisch fenomenologisch werk.
Omdat het kwetsbaar voelt en het bovendien makkelijk verkeerd geïnterpreteerd kan worden, of een eigen leven kan gaan leiden, heb ik over dit deel van de reis tot nu toe alleen in persoonlijk en nabij contact gedeeld met anderen. Zodat mijn energie, zorgvuldigheid en liefde die bij dit onderwerp horen als vanzelf konden mee vloeien en die het gebrek aan passende woorden konden opvangen.
Het vraagt dan ook moed om hierover nu via geschreven tekst te delen aan een breder publiek. En bereidheid om risico te nemen, dat de geschreven tekst per definitie te incompleet zal zijn. Bij deze.
Het gaat over alsnog te zien, te erkennen en voorgoed in te sluiten wat als oorsprong onlosmakelijk hoort bij systemisch fenomenologisch werk. Over dat wat Bert Hellinger voor zover ik weet niet publiekelijk heeft ingesloten in de oorsprong van dit werk, zelfs niet in zijn laatste boek, zijn biografie ‘Mijn leven, Mijn werk’.
De afgelopen jaren ben ik het steeds ingewikkelder gaan vinden, dat er nauwelijks iets bekend was over de periode van 16 jaar die Bert in Zuid-Afrika heeft gewoond. Hij wenste daar bij leven niet over te spreken, zo begreep ik van onze oprichters van het BHI. Hij wilde er niet op bevraagd worden en het enige dat mij bekend was, is dat zijn verblijf daar eindigde door een vertrouwensbreuk met zijn meerdere die tot dan toe juist zoveel voor hem betekende.
En hoewel hij niet over die tijd heeft gesproken, groeide in mij wel het besef dat het onmogelijk is dat hij er niet door zou zijn beïnvloed. En dat het net zo onmogelijk is, dat het systemisch fenomenologisch werk zoals wij dat kennen, niet zou zijn beïnvloed door zijn tijd daar. Hij woonde destijds in Kwazulu Natal, de regio waar voornamelijk mensen wonen die zich verbonden voelen aan de Zulu cultuur.
Ook met de nog geringe kennis over deze cultuur was het voorafgaand aan onze reis een reële aanname dat er parallellen zijn tussen de gewoontes en overtuigingen in de Zulu cultuur met de uitgangspunten van systemisch werk. Waarom is dat door hem niet duidelijk hardop gezegd of geschreven? In een vakgebied dat juist gaat over het erkennen van de bronnen?
Deze vragen leefden al een tijdje in mij. En die gingen gelijk op met het groeiende besef over het koloniale verleden van Nederland, de slavernij en hoe dat nog steeds doorwerkt. Hoe nog in vele, ogenschijnlijk onschuldige, gedragingen vandaag de dag door witte mensen steeds weer koloniaal gedrag getoond wordt. Waar velen van hen zich vaak niet bewust van zijn. Dat witte mensen zich (weer) iets toe eigenen wat hen niet werkelijk toebehoort. Althans, niet zonder op zijn minst om daar erkennend over te zijn in woord en/of daad.
Heeft Hellinger, ongetwijfeld onbedoeld en onbewust, eenzelfde koloniale beweging gemaakt door niet de invloed van zijn tijd in Zuid-Afrika bewust en zichtbaar plek te geven als een van de bronnen in het ontstaan van het systemische gedachtengoed?
Ik begon daar zo langzamerhand ook wel wat van te vinden. En als het gaat over innerlijke loyaliteitsconflicten, nou dit was er wel een!
Er is veel helder geworden hierover, tijdens onze reis door Kwazulu Natal, langs twee van de drie plaatsen waar hij heeft gewoond en gewerkt. En het resultaat is: mijn beeld van hem is hersteld, mijn groeiende oordeel is opgelost en ik voel me hernieuwd en verdiept verbonden met hem als bron. En aanvullend voel ik me verbonden met de bronnen die al veel eerder bestonden, zoals die van de Zulu traditie, die van andere (Europese) volkerentradities en die van de natuur.
Dan is natuurlijk de vraag: is het gepast om daarover meer te schrijven, nu hij daar zelf niet over heeft willen spreken? Om de analogie naar familiesystemen te maken: schrijf je als kleinkind over de geschiedenis van je grootouders? Over dat stuk van hun geschiedenis dat voor henzelf te pijnlijk was om over te spreken? Je kunt ertoe geroepen worden…
Een ogenschijnlijk simpele en tegelijkertijd indringende les die we meenamen bij de school voor Sangoma’s (dat zijn Afrikaanse traditionele en spirituele healers): je voorouders roepen je. Ze roepen je om alsnog te completeren wat eerder niet mogelijk was, om te herstellen wat gebroken is achtergelaten. Zodat de flow van het leven, in je voorouderlijn en van jouw eigen leven weer vrijuit kan stromen als jij die roeping hebt gevolgd.
‘Ah, so that man Hellinger called you here!’, sprak een van de Sangoma’s toen we vertelden over de impuls om deze reis te maken. ‘To accomplish his time here!’.
Echt?? Ik kan niet beschrijven wat er in mijn lijf gebeurde. Ik heb nooit echt begrepen waar de impuls die ik twee jaar geleden voor deze reis kreeg vandaan kwam. Ik duidde het voor mezelf als een impuls die verbonden was met de evolutionaire kracht, van het leven en het grotere geheel. Dat het een roeping zou zijn, die niet anders kon, dan vervuld te willen worden.
Nóóit een link gelegd met dat die impuls zou kunnen komen van mijn ‘systemische kennislijn grootvader’. Dat het een roeping was, verbonden met het systeemgeweten zelf.
En, als ik mij met die roeping verbind, is het wel gepast om meer te schrijven over wat we ontdekten. Zodat wat onderbroken is geraakt, hersteld kan worden en de grotere ziel van systemisch werk zuiver kan doorstromen.
Bert kwam als eind twintiger in 1953 naar Zuid-Afrika, net opgeleid als katholiek priester. Hij mocht eerst gaan studeren aan de lokale universiteit om zijn lerarengraad te halen en vanaf 1956 werd hij rector en leraar bij het St Mary’s seminarie in Ixopo. Daar waar de katholieke omgeving nog behoorlijk conservatief was, trachtte hij modernisering te brengen. Zo leerde hij Zulu spreken en schrijven en vertaalde hij de liturgieën naar het Zulu. Let wel, in die tijd was de teneur om de schooljongens vooral te verleiden om de banden met hun familie, taal en cultuur te verbreken en zich geheel te wijden aan de katholieke religie en (Westerse) standaarden. Hij ging dus echt tegen een sterke stroom in dat tot in het Vaticaan werd opgemerkt. Dat kostte hem ook zijn eerste baan: hij werd verplaatst naar een andere functie en naar een ver afgelegen plek. Doordat één bepaalde bisschop in hem en zijn ideeën geloofde, kon hij zijn vertaalwerk en het meer met Zulu traditie en taal verbonden maken van de liturgieën en kerkmuziek voortzetten. Na een paar jaar werd hij priester van de parochie in Marianhill en zette zijn werk voort. Ook poogde hij om de onderwijsmethoden verder te moderniseren. Uiteindelijk werd de tegenstand van de oudere priesters te fors, werd hij als ketter bestempeld en teruggeroepen naar Würzburg om daar het priesterseminarie over te nemen.
Ik concludeer dat hij in de ontwikkeling van systemisch werk zal hebben geput uit wat hij heeft geleerd bij de Zulu’s. Hij was oprecht en nabij aan deze mensen voor maar liefst 16 jaar. Er zijn veel parallellen tussen de Zulu-traditie en systemisch werk. Bijvoorbeeld als het gaat over ordening en het eren van je ouders en grootouders. Dat het leven stroomt door de generaties heen zoals het water dat van de berg naar beneden stroomt.
Mijn eerder benoemde oordeel loste op toen ik met al mijn zintuigen en intuïtie ter plekke vol kon ervaren dat deze periode voor hem mogelijk een wond was die hij liever bedekt hield. En ongetwijfeld is er nog meer voorgevallen in zijn 16 jaren daar, wat nog steeds bedekt is, en bedekt mag blijven.
En het destijds willen ‘moderniseren’ van het seminarie tegen de stroom in, past in zijn patroon van bereid zijn zich af te zetten tegen de gevestigde orde of mening, ook al kost hem dat veel. Dit is hem ook gebeurd in Duitsland, in het veld van systemisch werk, waar hij o.a. de therapeuten tegen zich in het harnas joeg. Hierover is terug te lezen in zijn biografie.
Ik zie hoe hij geleid werd door iets groters en hoe hij bereid was om risico te nemen. Dat hij het grotere, de beweging, de stuwing van het leven, voor liet gaan op zijn eigen gewin of zekerheden. Steeds weer, tot aan zijn heengaan aan toe. Dáár zit de voortdurende inspiratie, het voorleven, dat ik bewonder en aanneem.
Voetnoot
Het is dankzij Tanja Meyburgh, Zuid Afrikaanse vakgenoot en opleider, en haar eerdere onderzoek naar de levensloop van Bert Hellinger in Zuid-Afrika, dat we kennis hebben kunnen nemen van dit stuk van zijn geschiedenis. Tanja, samen met Lindiwe Mthembu-Salter en Sicelo Mbatha begeleidden ons bij onze collectieve zoektocht in Oktober-November 2024 (reisverslag en meer over deze reis te vinden via https://hellingerinstituut.nl/zuid-afrika/ )
Tanja ontdekte een in 1983 gepubliceerd boekje van het Marianhill klooster zelf, waarin de hierboven beschreven informatie over Hellinger staat. Zij heeft haar 25-jarige ervaring als systemisch opsteller in Zuid-Afrika in een eigen boek verwerkt, dat in oktober 2024 verscheen: Reclaiming Ancestors. Daarin heeft zij veel parallellen tussen Hellinger en de lokale wijsheden nader onderzocht en beschreven. Het is ook een liefdevolle confrontatie met hoe we de verbinding met de voorouders in de loop der tijd zijn kwijt geraakt. Die we deels dankzij het familieopstellingen werk weer kunnen herstellen. Haar boek is in het Engels te bestellen via Amazon.com.