Wat heb je nodig om systemisch te kunnen coachen?

Ten eerste heb je theoretische kennis nodig van systemisch werk à la Hellinger. Ook moet je een aantal competenties beheersen. Je kunt daarvoor een training volgen die past bij je professionele achtergrond. Als je een in andere stromingen ervaren coach bent hoeft dat geen voordeel te zijn. Misschien heb je wel eerst iets af te leren! 

 Als systemisch coach heb je kennis nodig op drie assen tegelijk: 

• De ‘werkelijke’ wereld. Dit is de wereld van de coachee, de context, de feiten, de logica, de wensen, de gebeurtenissen. De coachee komt vanuit die wereld met het vraagstuk en mag daar na de coaching weer in terug met inzichten op datzelfde vraagstuk. Het je dus als coach blijven(d) verbinden met die realiteit en achterhalen waar daar aanknopingspunten zijn voor jouw vragen, onderzoek en interventies. 
• De systeemenergie. Dit gaat over alles wat te maken heeft met waarnemingen. Aan  jezelf en in jezelf als coach, aan parallelle processen tussen coach en coachee, in waarnemingen aan het lijf van de coachee. Dat gaat over stem- en taalgebruik, over aanwezigheid, over specifieke delen die de aandacht vragen. Over ‘zomaar’ resonantie en dat serieus nemen. Over iets intuïtief of energetisch voelen of opvangen aan informatie, en dat durven in te brengen. En dat ook durven los te laten als het niet resoneert bij de coachee. En bij een tafelopstelling gaat dit over wat een coach aan de opstelling waarneemt. Welk deel van de opstelling trekt de aandacht, waar voelt de zwaarte, waar de lichtheid? 

• De theorie. Dit gaat over het onderzoek door de systemen heen. Waar vind je herhaling, in welke systemen moet je zijn? In welk tijdsgewricht moet je zijn, hangt het vraagstuk meer aan iets uit de historie dat aandacht vraagt of juist aan de veranderende toekomst? Welke systemische principes worden in het vraagstuk geraakt? Waar liggen onbewuste loyaliteiten, wat wil gezien, erkend en ingesloten worden? 

Deze drie assen doen in voortdurende gezamenlijke aanwezigheid en wisselwerking continu mee aan de coaching. Je toetst een waarneming bij de cliënt die verbonden is met zijn/haar werkelijke wereld. Je legt een verband tussen een waarneming en de theorie over systemen. Je test eens wat uit, je doet al dan niet een voorstel om iets visueel te maken. En als je uiteindelijk vermoedt waar misschien een angel zit, toets je dat met bijvoorbeeld de vraag: ‘Zou het zo kunnen zijn dat..?’. En als het niet resoneert, dan laat je het en vervolg je je onderzoek.  

Door als coach voortdurend te dansen tussen deze drie assen, kan er voor je coachee een geheel nieuw inzicht ontstaan in zijn of haar vraagstuk. Het coachingsproces kan 2 uur duren, maar ook 5 minuten. Soms is één rake systemische vraag of opmerking van de coach voldoende om beweging bij de coachee te krijgen – en die beweging is waar systemisch coachen om draait. 

Wil jij systemisch begeleider of coach worden? In onze trainingen geven we je de kennis en ontwikkel je de competenties die je daarvoor nodig hebt!